Piet is havenmeester in de Piushaven. Hij kwam op zijn twintigste vanuit Rotterdam naar Tilburg. Het was moeilijk thuis, met een zieke vader.
“Ik was wel een beetje een wegloper, ook.”
Hij huurde een zolderkamer van de vriendin van een vriend, voor vijftig gulden, in de Klaverstraat. Tot twintig jaar geleden had hij een eetcafé, in het pand waar later het Afghaanse restaurant Sarban kwam. Daarnaast organiseert hij het knoflookfeest.
“Ik had knoflookolie in de tank van mijn Italiaanse motorfiets gedaan, dat werkte niet. Het werkte wel om het op de uitlaat te smeren. Het is iets waarmee je je kan onderscheiden. Toen ik mijn vrouw ontmoette, bleek dat we allebei van knoflook hielden.”
Om kwart over acht schrijft hij de boten uit die de haven willen verlaten. Vanaf negen uur ‘s ochtends gaat de brug elk uur een keer open, handmatig. Hij weegt vijfennegentig ton. Om zes uur is de laatste draai. Daarna doet hij de laatste inschrijvingen. Soms is hij tot tien uur bezig.
Hij heeft altijd hard gewerkt. Voor Festival Mundial, als kok en pandbeheerder voor dansgroepen uit Afrika. Zelfs in die tijd heeft hij niet gedanst. Hij is muzikant, speelt basgitaar en contrabas. Er was een periode dat hij elke week iets nieuws instudeerde.
Hij vindt het moeilijk om in muziek op te gaan, staat altijd op een andere manier te luisteren, is altijd aan het analyseren. Hij weegt honderdzevenentwintig kilo, steekt overal bovenuit. Hij wil niet opvallen op de dansvloer, geen armen in iemands gezicht slaan.
“Dit had ik veertig jaar eerder moeten doen.”
Piet is een van acht geportretteerde dansende Tilburgers. Lees hier meer over het project Dancing Tilburg en bekijk ook de andere portretten.